11.
Wat is de schepping?
1. De schepping is de som van al Gods Gedachten, oneindig in getal en overal totaal zonder beperkingen. 2Alleen liefde schept, en alleen als zichzelf. 3Er is geen tijd geweest waarin al wat zij geschapen heeft er niet was. 4Noch zal er een tijd zijn waarin wat zij ook schiep enig verlies lijdt. 5Voor eeuwig en altijd zijn Gods Gedachten precies zoals ze waren en zoals ze zijn, onveranderd door de tijd heen en nadat de tijd voorbij is.
2. Aan Gods Gedachten is alle macht gegeven die hun eigen Schepper heeft. 2Want Hij wil aan liefde toevoegen door haar uit te breiden. 3Zo heeft Zijn Zoon deel aan de schepping en moet hij daarom delen in de macht om te scheppen. 4Wat God gewild heeft dat voor eeuwig Eén is zal nog Eén zijn wanneer de tijd is gedaan; en het zal door de loop der tijden niet worden veranderd, en blijven zoals het was voor de gedachte aan tijd begon.
3. De schepping is het tegendeel van alle illusies, want de schepping is de waarheid. 2De schepping is de heilige Zoon van God, want in de schepping is Zijn Wil in ieder aspect compleet, ervoor zorgend dat elk deel het geheel bevat. 3Haar eenheid is voor eeuwig als onschendbaar gewaarborgd, blijft eeuwig in Zijn heilige Wil bewaard, buiten elke mogelijkheid tot schade, scheiding, onvolmaaktheid, en buiten enige smet op haar zondeloosheid.
4. Wij zijn de schepping, wij de Zonen van God. 2We lijken elk apart te zijn en ons niet bewust van onze eeuwige eenheid met Hem. 3Maar achter al onze twijfels, voorbij al onze angsten is nog altijd zekerheid. 4Want liefde blijft bij al haar Gedachten, terwijl haar zekerheid de hunne is. 5De Godsherinnering is in onze heilige denkgeest, die zijn eenheid en verbondenheid met zijn Schepper kent. 6Laat onze functie erin bestaan alleen deze herinnering terug te doen keren, alleen Gods Wil op aarde te laten geschieden, alleen onze innerlijke gezondheid weer terug te vinden en slechts te zijn zoals God ons geschapen heeft.
5. Onze Vader roept ons. 2We horen Zijn Stem en we vergeven de schepping in de Naam van haar Schepper, de Heiligheid zelf, wiens Heiligheid gedeeld wordt door Zijn eigen schepping, wiens Heiligheid nog altijd deel is van ons.