STAGING

Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

14.

Wat ben ik?

1. 1Ik ben Gods Zoon, compleet, genezen en heel, stralend in de weerspiegeling van Zijn Liefde. 2In mij is Zijn schepping geheiligd en van eeuwig leven verzekerd. 3In mij is de liefde vervolmaakt, angst onmogelijk en vreugde gegrondvest zonder tegendeel. 4Ik ben de heilige woning van God Zelf. 5Ik ben de Hemel waar Zijn Liefde huist. 6Ik ben Zijn heilige Zondeloosheid zelf, want in mijn zuiverheid woont de Zijne.

2. 1Nu hebben we bijna geen woorden meer nodig. 2Maar in de laatste dagen van dit ene jaar dat wij samen, jij en ik, aan God geschonken hebben, vonden we één doel dat we deelden. 3En zo heb jij je met mij verenigd, dus wat ik ben, ben jij eveneens. 4De waarheid omtrent wat wij zijn is niet in woorden uit te drukken of te beschrijven. 5Maar onze functie hier kan ons duidelijk worden, en woorden kunnen hiervan spreken en die ook onderwijzen, als we zelf een toonbeeld van die woorden zijn.

3. 1Wij zijn de brengers van verlossing. 2We aanvaarden onze rol als verlossers van de wereld, die door onze gezamenlijke vergeving wordt verlost. 3En dit geschenk van ons wordt daarom aan ons gegeven. 4We zien ieder als broeder en beschouwen alles als vriendelijk en goed. 5We zijn niet uit op een functie die voorbij de Hemelpoort ligt. 6Kennis zal terugkeren, wanneer we ons aandeel hebben vervuld. 7Wij bekommeren ons enkel om het verwelkomen van de waarheid.

4. 1Onze ogen zijn het waardoor de visie van Christus een wereld ziet die verlost is van elke gedachte aan zonde. 2Onze oren zijn het die de Stem namens God horen verkondigen dat de wereld zonder zonde is. 3Onze denkgeesten zijn het die zich met elkaar verenigen wanneer wij de wereld zegenen. 4En vanuit de eenheid die we hebben bereikt, roepen we al onze broeders op en vragen hen onze vrede te delen en onze vreugde compleet te maken.

5. 1Wij zijn de heilige boodschappers van God die namens Hem spreken, en omdat we Zijn Woord uitdragen aan ieder die Hij tot ons gezonden heeft, ontdekken we dat het in ons hart geschreven staat. 2En zo zijn we van gedachten veranderd over het doel waarvoor we kwamen en dat we proberen te dienen. 3We brengen een blijde boodschap naar de Zoon van God, die dacht dat hij leed. 4Nu is hij verlost. 5En nu hij de Hemelpoort voor hem ziet openstaan, zal hij binnengaan en verdwijnen in het Hart van God.