4.
Wat is zonde?
1. Zonde is waanzin. 2Het is het middel waarmee de denkgeest tot waanzin wordt gedreven en probeert illusies de plaats te laten innemen van de waarheid. 3En in zijn waanzin ziet hij illusies waar de waarheid hoort te zijn, en waar die in werkelijkheid ook is. 4Zonde heeft het lichaam ogen gegeven, want wat is er dat de zondelozen zouden willen zien? 5Welke behoefte hebben zij aan beelden of geluiden of aanrakingen? 6Wat zouden ze willen horen of waar zouden ze naar willen grijpen? 7Wat zouden ze überhaupt zintuiglijk willen waarnemen? 8Zintuiglijk waarnemen is niet kennen. 9En de waarheid kan alleen met kennis zijn gevuld, en met niets anders.
2. Het lichaam is het instrument dat de denkgeest gemaakt heeft in zijn pogingen zichzelf te misleiden. 2Zijn doel is te streven. 3Maar het doel waarnaar het streeft kan veranderen. 4En nu dient het lichaam een ander streefdoel. 5Waar het nu op uit is wordt bepaald door het doel dat de denkgeest zich heeft gesteld ter vervanging van zijn doel van zelfmisleiding. 6Waarheid kan evengoed als leugens zijn doel zijn. 7In dat geval zullen de zintuigen zoeken naar getuigen van wat waar is.
3. Zonde is de bakermat van alle illusies, die slechts staan voor denkbeeldige zaken voortkomend uit gedachten die onwaar zijn. 2Ze zijn het ‘bewijs’ dat wat geen werkelijkheid heeft, toch werkelijk is. 3Zonde ‘bewijst’ dat Gods Zoon slecht is, dat aan tijdloosheid een eind moet komen, en dat eeuwig leven sterven moet. 4En God Zelf heeft de Zoon verloren die Hij liefheeft, waarbij Hem niets rest dan verval om Hem compleet te maken, Zijn Wil voor eeuwig door de dood overwonnen is, liefde is vermoord door haat, en vrede niet langer bestaat.
4. De dromen van een gek zijn angstaanjagend, en zonde lijkt inderdaad angst aan te jagen. 2En toch is wat de zonde ziet slechts een kinderspel. 3De Zoon van God kan spelen dat hij een lichaam werd, ten prooi aan het kwaad en aan schuld, met maar een kortstondig leven dat eindigt in de dood. 4Maar al die tijd straalt zijn Vaders licht over hem en heeft Hij hem met een eeuwigdurende Liefde lief, waaraan zijn pretenties in het geheel niets kunnen afdoen.
5. Hoelang, o Zoon van God, wil je nog doorgaan met het spel van de zonde? 2Zullen we dit scherpgekante kinderspeelgoed niet eens afdanken? 3Hoe snel ben je bereid naar huis te komen? 4Vandaag misschien? 5Er is geen zonde. 6De schepping is onveranderd. 7Wil jij je terugkeer naar de Hemel nog steeds tegenhouden? 8Hoelang nog, o heilige Zoon van God, hoelang?