1. 1Geluk is een eigenschap van liefde. 2Het kan er niet los van staan. 3Evenmin kan het worden ervaren waar geen liefde is. 4Liefde kent geen grenzen, want ze is overal. 5En daarom is vreugde ook overal. 6Toch kan de denkgeest ontkennen dat dit zo is door te geloven dat er hiaten in de liefde zijn waar zonde kan binnendringen, die pijn in plaats van vreugde brengt. 7Deze vreemde overtuiging stelt grenzen aan geluk door liefde te herdefiniëren als begrensd en door tegenstellingen te brengen in wat geen grens heeft en geen tegendeel.

2. 1Dan wordt angst met liefde geassocieerd, en het resultaat daarvan wordt de erfenis van denkgeesten die menen dat wat zij gemaakt hebben werkelijk is. 2Deze voorstellingen, met waarlijk geen enkele realiteit, getuigen van de angst voor God en vergeten daarbij dat Hij, die Liefde is, wel vreugde moet zijn. 3We zullen vandaag opnieuw proberen deze fundamentele vergissing naar de waarheid te brengen, en onszelf leren:

4God, die Liefde is, is ook geluk.
5Hem vrezen is bang voor vreugde zijn.

6Begin vandaag je oefenperioden met deze associatie, die de valse overtuiging corrigeert dat God angst betekent. 7Ze benadrukt ook dat geluk jou toebehoort, op grond van wat Hij is.

3. 1Laat deze ene correctie elk uur dat je vandaag wakker bent, in je denkgeest worden aangebracht. 2Verwelkom dan alle geluk dat ze meebrengt wanneer waarheid in de plaats komt van angst, en vreugde wordt wat jij verwacht dat de plaats inneemt van pijn. 3Omdat God Liefde is, zal het jou worden gegeven. 4Voed deze verwachting gedurende de dag herhaaldelijk, en kalmeer al je angsten met deze verzekering, mild en volkomen waar:

5God, die Liefde is, is ook geluk.
6En geluk is wat ik zoek vandaag.
7Ik kan niet falen, omdat ik de waarheid zoek.