WERKBOEK
INLEIDING
1. Een theoretische fundering zoals het tekstboek die verschaft, is als kader noodzakelijk om de oefeningen in dit werkboek zinvol te maken. 2Maar pas het doen van de oefeningen maakt het doel van de cursus mogelijk. 3Een ongetrainde denkgeest kan niets tot stand brengen. 4Het is het doel van dit werkboek je denkgeest te trainen om te denken volgens de richting die het tekstboek aangeeft.
2. De oefeningen zijn heel eenvoudig. 2Ze vragen niet veel tijd en het maakt niet uit waar je ze doet. 3Ze behoeven geen voorbereiding. 4De trainingsperiode beslaat één jaar. 5De oefeningen zijn genummerd van 1 tot 365. 6Doe niet meer dan één stel oefeningen per dag.
3. Het werkboek is onderverdeeld in twee hoofdafdelingen: het eerste houdt zich bezig met het ongedaan maken van de manier waarop jij nu ziet, en het tweede met het verwerven van ware waarneming. 2Met uitzondering van de herhalingsperioden zijn de dagelijkse oefeningen elk rond één centraal idee opgebouwd, dat eerst wordt omschreven. 3Dit wordt gevolgd door de beschrijving van de specifieke richtlijnen volgens welke het idee van de dag moet worden uitgevoerd.
4. Het doel van het werkboek is je denkgeest systematisch te trainen in een andere waarneming van alles en iedereen in deze wereld. 2De oefeningen zijn ontworpen om je te helpen de lessen te veralgemenen, zodat je gaat begrijpen dat ze elk evenzeer toepasbaar zijn op je waarneming van alles en iedereen.
5. De overdracht van training verloopt bij ware waarneming niet op dezelfde wijze als de overdracht van de training in de wereld. 2Als ware waarneming is verworven met betrekking tot enige persoon, situatie of gebeurtenis, dan staat vast dat ze totaal op alles en iedereen overgaat. 3Anderzijds maakt één uitzondering, die buiten ware waarneming wordt gehouden, haar verwezenlijking waar dan ook onmogelijk.
6. De enige algemene regels, die dan ook steeds in acht dienen te worden genomen, zijn: ten eerste, dat de oefeningen zeer specifiek moeten worden uitgevoerd, zoals zal worden aangegeven. 2Dit zal jou helpen om de betreffende ideeën te veralgemenen naar elke situatie waarin je je bevindt en naar alles en iedereen daarbij betrokken. 3Ten tweede, zorg ervoor dat jij niet voor jezelf beslist dat er sommige mensen, omstandigheden of zaken bestaan waarop de ideeën niet toepasbaar zijn. 4Dit zal de overdracht van de training in de weg staan. 5Het is een wezenlijke eigenschap van ware waarneming dat ze zonder grenzen is. 6Ze is het tegendeel van de manier waarop jij nu ziet.
7. Het hoofddoel van alle oefeningen is het vergroten van je vermogen de ideeën die je zult oefenen zo uit te breiden dat ze alles omvatten. 2Dit zal van jouw kant geen inspanning vergen. 3De oefeningen zelf voldoen aan de voorwaarden die noodzakelijk zijn voor deze vorm van overdracht.
8. Sommige ideeën die het werkboek presenteert zul je moeilijk kunnen geloven, en andere kunnen nogal onthutsend lijken. 2Dit doet er niet toe. 3Jou wordt slechts gevraagd de ideeën toe te passen zoals je opgedragen wordt. 4Er wordt je helemaal niet gevraagd ze te beoordelen. 5Er wordt je alleen gevraagd ze te gebruiken. 6Juist het gebruik ervan zal ze betekenis voor je laten krijgen en je tonen dat ze waar zijn.
9. Onthoud alleen dit: je hoeft de ideeën niet te geloven, je hoeft ze niet te aanvaarden, laat staan toe te juichen. 2Tegen een aantal ervan zul je je misschien heftig verzetten. 3Dit alles is niet van belang en zal hun uitwerking niet verminderen. 4Maar sta jezelf niet toe uitzonderingen te maken in de toepassing van de ideeën die het werkboek bevat, en – wat je reacties op de ideeën ook mogen zijn – gebruik ze. 5Meer wordt er niet gevraagd.