STAGING

Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 152

De macht om te beslissen is aan mij.

1. 1Niemand kan verlies lijden tenzij het zijn eigen beslissing is. 2Niemand lijdt pijn behalve als zijn keuze deze toestand voor hem verkiest. 3Niemand kan verdrietig of bang zijn, of denken dat hij ziek is, als dit niet het resultaat is dat hij wenst. 4En niemand sterft zonder zijn eigen instemming. 5Niets gebeurt er wat niet jouw wensen vertegenwoordigt, en niets wordt achterwege gelaten wat jij kiest. 6Hier is jouw wereld, compleet tot in elk detail. 7Hier ligt voor jou haar volledige werkelijkheid. 8En hier alleen is sprake van verlossing.

2. 1Je gelooft misschien dat dit standpunt extreem is, en te veelomvattend om waar te kunnen zijn. 2Maar kunnen er op de waarheid uitzonderingen bestaan? 3Kan verlies werkelijk zijn, als alles jou gegeven is? 4Kan pijn deel van vrede, of verdriet deel van vreugde zijn? 5Kunnen angst en ziekte doordringen in een denkgeest waar liefde en volmaakte heiligheid wonen? 6De waarheid moet alles insluiten, wil ze überhaupt waarheid zijn. 7Aanvaard geen tegenstellingen en geen uitzonderingen, want wie dat doet weerspreekt daarmee de waarheid volkomen.

3. 1Verlossing is de erkenning dat de waarheid waar is, en dat niets anders waar is. 2Dit heb je eerder gehoord, maar je accepteert de beide delen ervan misschien nog niet. 3Zonder het eerste heeft het tweede geen betekenis. 4Maar zonder het tweede is het eerste niet meer waar. 5Waarheid kan geen tegendeel hebben. 6Dit kan niet vaak genoeg worden gezegd en overdacht. 7Want als wat niet waar is net zo waar is als wat waar is, is een deel van de waarheid onwaar. 8Dan heeft de waarheid haar betekenis verloren. 9Niets dan de waarheid is waar, en wat onwaar is, is onwaar.

4. 1Dit is het allereenvoudigste onderscheid, en toch het alleronduidelijkste. 2Maar niet omdat het een moeilijk waar te nemen onderscheid is. 3Het ligt verborgen achter een enorme aaneenschakeling van keuzes die niet geheel de jouwe lijken te zijn. 4En zo lijkt het alsof de waarheid enkele aspecten bezit die consistentie logenstraffen, maar die niets anders blijken te zijn dan door jou ingevoerde tegenstrijdigheden.

5. 1Zoals God jou geschapen heeft, zo ben jij onherroepelijk en onveranderlijk nog steeds, waarbij voorbijgaande toestanden per definitie onwaar zijn. 2En dat omvat elke omslag in gevoel, conditieveranderingen in het lichaam en de denkgeest, in elke vorm van bewustzijn en reactie. 3Het is deze alomvattendheid die de waarheid van onwaarheid scheidt, en het onware van de waarheid gescheiden houdt, als wat het is.

6. 1Is het niet vreemd dat je meent dat het arrogant is te denken dat jij de wereld die je ziet, hebt gemaakt? 2God heeft haar niet gemaakt. 3Hiervan kun je zeker zijn. 4Wat kan Hij weten van het kortstondige, de zondigen en schuldigen, de angstigen, lijdenden en eenzamen, en van de denkgeest die in een lichaam leeft dat sterven moet? 5Wanneer je denkt dat Hij een wereld heeft gemaakt waarin zulke dingen werkelijkheid lijken, beschuldig je Hem slechts van waanzin. 6Hij is niet gek. 7Toch maakt slechts waanzin een wereld zoals deze.

7. 1Denken dat God chaos heeft gemaakt, Zijn Wil weerlegt, tegendelen voor de waarheid heeft bedacht, en duldt dat de dood over het leven triomfeert: dit alles is arrogantie. 2Nederigheid zou onmiddellijk zien dat deze dingen niet van Hem afkomstig zijn. 3En kun jij zien wat God niet geschapen heeft? 4Denken dat je dat kunt, is niets anders dan geloven dat jij kunt waarnemen wat God niet heeft gewild. 5En zou er iets arroganter kunnen zijn dan dit?

8. 1Laten we vandaag werkelijk nederig zijn, en wat wij gemaakt hebben aanvaarden voor wat het is. 2De macht om te beslissen is aan ons. 3Besluit slechts je rechtmatige plaats als medeschepper van het universum te aanvaarden, en alles wat jij denkt gemaakt te hebben zal verdwijnen. 4Wat dan in jouw bewustzijn oprijst, zal alles zijn wat er ooit was, voor eeuwig zoals het nu is. 5En het zal de plaats innemen van alle zelfmisleiding, die alleen maar werd voortgebracht om zich het altaar toe te eigenen gewijd aan de Vader en de Zoon.

9. 1Vandaag beoefenen we ware nederigheid en geven de valse pretentie op waarmee het ego probeert te bewijzen dat nederigheid arrogantie is. 2Alleen het ego kan arrogant zijn. 3Maar de waarheid is nederig in het erkennen van haar grootheid, haar onveranderlijkheid en haar eeuwige heelheid, alomvattend, Gods volmaakte gave aan Zijn geliefde Zoon. 4We leggen de arrogantie terzijde, die zegt dat we zondaars zijn, schuldig en bang, beschaamd om wat we zijn, en verheffen in plaats daarvan ons hart in ware nederigheid tot Hem die ons smetteloos heeft geschapen, in macht en liefde zoals Hij.

10. 1De macht om te beslissen is aan ons. 2En we aanvaarden van Hem datgene wat wij zijn, en erkennen nederig de Zoon van God. 3Gods Zoon erkennen houdt tevens in dat alle zelfbeelden terzijde zijn gelegd en als onwaar herkend. 4Hun arrogantie is gezien. 5En in nederigheid aanvaarden we vreugdevol dat de straling van Gods Zoon, zijn zachtmoedigheid, zijn volmaakte zondeloosheid, de Liefde van zijn Vader, zijn recht op de Hemel en op bevrijding uit de hel, de onze is.

11. 1Nu verenigen we ons in de blije erkenning dat leugens leugens zijn en alleen de waarheid waar is. 2We denken bij het opstaan uitsluitend aan de waarheid en besteden er vijf minuten aan ons in haar wegen te oefenen, terwijl we onze bange denkgeest hiermee aanmoedigen:

3De macht om te beslissen is aan mij. 4Vandaag zal ik mijzelf aanvaarden zoals mijn Vaders Wil mij geschapen heeft.

5Dan zullen we in stilte wachten en alle zelfmisleiding opgeven, terwijl we nederig ons Zelf vragen Zichzelf aan ons te openbaren. 6En Hij die nooit is weggegaan, zal opnieuw in ons bewustzijn komen, dankbaar om Zijn woonplaats aan God terug te kunnen geven, zoals die was bestemd.

12. 1Wacht de hele dag door geduldig op Hem, en nodig Hem elk uur uit met de woorden waarmee de dag begonnen is, om die te besluiten met dezelfde uitnodiging aan jouw Zelf. 2Gods Stem zal antwoorden, want Hij spreekt voor jou en voor je Vader. 3Hij zal de vrede van God in de plaats stellen van al jouw uitzinnige gedachten, de waarheid van God in de plaats van alle zelfmisleiding, en Gods Zoon in de plaats van jouw illusies omtrent jezelf.