LES 348
Ik heb geen reden tot woede of angst, want U omringt mij. En in elke behoefte die ik zie, is Uw genade mij genoeg.
1. Vader, laat mij gedenken dat U hier bent en dat ik niet alleen ben. 2Eeuwigdurende Liefde omringt mij. 3Ik heb geen reden tot iets anders dan de volmaakte vrede en vreugde die ik met U deel. 4Welke behoefte heb ik aan kwaadheid of angst? 5Volmaakte veiligheid omringt mij. 6Kan ik bang zijn, als Uw eeuwige belofte mij vergezelt? 7Volmaakte zondeloosheid omringt mij. 8Wat kan ik vrezen, wanneer U mij geschapen hebt in een heiligheid als de Uwe zo volmaakt?
2. Gods genade is ons genoeg in alles wat Hij ons wil laten doen. 2En dat alleen kiezen we tot onze wil, evenzeer als het de Zijne is.