De volgende ideeën zijn er om vandaag te herhalen:

1. 1(41) God vergezelt me, waar ik ook ga.

2Hoe kan ik alleen zijn als God mij altijd vergezelt? 3Hoe kan ik twijfelen en onzeker zijn over mezelf als volmaakte zekerheid in Hem rust? 4Hoe kan ik door iets verstoord raken als Hij in absolute vrede in mij woont? 5Hoe kan ik lijden als liefde en vreugde mij dankzij Hem omringen? 6Laat ik geen illusies koesteren over mezelf. 7Ik ben volmaakt, omdat God me vergezelt waar ik ook ga.

2. 1(42) God is mijn kracht. 2Visie is Zijn geschenk.

3Laat ik vandaag niet op mijn eigen ogen vertrouwen om te zien. 4Laat ik bereid zijn mijn jammerlijke illusie van wat zien is, te verruilen voor de visie die door God geschonken wordt. 5De visie van Christus is Zijn geschenk, en Hij heeft mij die gegeven. 6Op dit geschenk wil ik me vandaag beroepen, zodat deze dag mij helpt de eeuwigheid te verstaan.

3. 1(43) God is mijn Bron. 2Los van Hem kan ik niet zien.

3Ik kan zien wat God wil dat ik zie. 4Ik kan niet iets anders zien. 5Buiten Zijn Wil zijn er alleen illusies. 6Daarvoor kies ik wanneer ik denk dat ik los van Hem kan zien. 7Daarvoor kies ik wanneer ik probeer te zien met de ogen van het lichaam. 8Toch is de visie van Christus me geschonken om die illusies te vervangen. 9Met déze visie wil ik zien.

4. 1(44) God is het licht waarin ik zie.

2In duisternis kan ik niet zien. 3God is het enige licht. 4Dus als ik wil zien, moet het wel via Hem zijn. 5Ik heb geprobeerd te definiëren wat zien is, en ik heb me vergist. 6Nu wordt het me gegeven te begrijpen dat God het licht is waarin ik zie. 7Laat ik visie welkom heten, alsook de vreugdevolle wereld die ze me tonen zal.

5. 1(45) God is de Denkgeest waarmee ik denk.

2Ik heb geen gedachten die ik niet deel met God. 3Ik heb los van Hem geen gedachten, omdat ik geen denkgeest heb los van de Zijne. 4Als deel van Zijn Denkgeest zijn mijn gedachten de Zijne en Zijn Gedachten de mijne.