1. 1Verlossing en vergeving zijn hetzelfde. 2Ze veronderstellen beide dat er iets is misgegaan; iets om van te worden verlost, om voor vergeven te worden; iets verkeerds dat een corrigerende verandering behoeft; iets dat los is van Gods Wil of daarvan verschilt. 3Zo veronderstellen beide termen iets dat onmogelijk is maar toch is gebeurd, met als resultaat een toestand van conflict die gezien wordt tussen wat is en wat nooit zou kunnen zijn.

2. 1Waarheid en illusies zijn nu beide gelijk, want beide zijn geschied. 2Het onmogelijke wordt hetgeen waarvoor jij vergeving behoeft, waarvan jij verlossing nodig hebt. 3Verlossing wordt nu het grensgebied tussen de waarheid en de illusie. 4Ze weerspiegelt de waarheid, omdat ze het middel vormt waardoor jij aan illusies ontkomen kunt. 5Toch is ze nog niet de waarheid, omdat ze ongedaan maakt wat nooit was gedaan.

3. 1Hoe kan er ooit een raakpunt zijn waar aarde en Hemel kunnen worden verzoend in een denkgeest waar beide bestaan? 2De denkgeest die illusies ziet, denkt dat die werkelijk zijn. 3Ze bestaan voorzover het gedachten zijn. 4En toch zijn ze niet werkelijk, omdat de denkgeest die deze gedachten denkt, afgescheiden is van God.

4. 1Wat verbindt de afgescheiden denkgeest en gedachten met de Denkgeest en Gedachte die voor altijd één zijn? 2Welk plan zou de waarheid ongeschonden kunnen bewaren en evengoed de behoefte onderkennen die illusies met zich meebrengen, en een middel bieden waardoor ze zonder aanval en zonder het minste spoortje pijn ongedaan worden gemaakt? 3Wat kan dit plan anders zijn dan een Gedachte van God, waardoor aan het nooit gedane wordt voorbijgegaan, en zonden worden vergeten die nooit werkelijk zijn geweest?

5. 1De Heilige Geest bewaart dit plan van God precies zoals het van Hem werd ontvangen in Gods Denkgeest en in die van jou. 2Het staat los van de tijd in die zin dat de Bron ervan tijdloos is. 3Toch opereert het in de tijd, vanwege jouw overtuiging dat tijd werkelijk is. 4Ongeschokt kijkt de Heilige Geest naar wat jij ziet: naar zonde, pijn en dood, naar verdriet, afscheiding en verlies. 5Toch weet Hij dat één ding nog altijd waar moet zijn: God is immer Liefde, en dit is niet Zijn Wil.

6. 1Dit is de Gedachte die illusies naar de waarheid brengt en ze als uiterlijke verschijningsvormen ziet waarachter zich het onveranderlijke en het zekere bevindt. 2Dit is de Gedachte die verlost en vergeeft, omdat ze geen geloof hecht aan wat niet geschapen is door de enige Bron die ze kent. 3Dit is de Gedachte die de functie heeft te verlossen, door jou haar functie te geven als de jouwe. 4Verlossing is jouw functie, samen met Degene aan wie het plan gegeven werd. 5Nu is dit plan aan jou toevertrouwd samen met Hem. 6Hij heeft één antwoord op uiterlijke verschijnselen, ongeacht hun vorm, hun omvang, hun diepte of enige andere eigenschap die ze schijnen te bezitten:

7Verlossing is mijn enige functie hier.
8God is immer Liefde, en dit is niet Zijn Wil.

7. 1Jij die nu wonderen zult verrichten, zorg ervoor dat je het idee voor vandaag goed toepast. 2Tracht de kracht te bespeuren in wat je zegt, want dit zijn woorden waarin jouw vrijheid ligt. 3Jouw Vader heeft je lief. 4Heel de wereld van pijn is niet Zijn Wil. 5Vergeef jezelf de gedachte dat Hij dit voor jou heeft gewild. 6Laat dan de Gedachte waarmee Hij al je vergissingen vervangen heeft, doordringen in de duistere gebieden van je denkgeest, die de gedachten dacht die nooit Zijn Wil zijn geweest.

8. 1Dit deel behoort God toe, evenals de rest. 2Het denkt niet zijn eenzame gedachten, om die werkelijk te maken door ze te verbergen voor Hem. 3Laat het licht binnen, en je zult geen obstakel zien voor wat Hij voor jou wil. 4Leg je geheimen voor Zijn vriendelijk licht bloot, en zie hoe helder dit licht nog altijd in jou schijnt.

9. 1Oefen Zijn Gedachte vandaag en laat Zijn licht alle duistere plekken opzoeken en verlichten, en er doorheen schijnen, zodat ze worden verenigd met de rest. 2Het is Gods Wil dat jouw denkgeest één met de Zijne is. 3Het is Gods Wil dat Hij maar één Zoon heeft. 4Het is Gods Wil dat jij Zijn enige Zoon bent. 5Denk hieraan bij het oefenen vandaag en begin de les die we vandaag leren met deze onderwijzing in de weg der waarheid:

6Verlossing is mijn enige functie hier.
7Verlossing en vergeving zijn hetzelfde.

8Wend je dan tot Hem die jouw functie hier met jou deelt, en laat Hem je onderwijzen wat jij leren moet om alle angst opzij te zetten en je Zelf te kennen als Liefde die in jou geen tegendeel bezit.

10. 1Vergeef alle gedachten die de waarheid van je compleetheid, eenheid en vrede willen bestrijden. 2Je kunt de gaven die jouw Vader geschonken heeft, niet verliezen. 3Je wilt geen ander zelf zijn. 4Je hebt geen functie die niet van God afkomstig is. 5Vergeef jezelf degene die jij denkt te hebben gemaakt. 6Vergeving en verlossing zijn hetzelfde. 7Vergeef wat jij gemaakt hebt en je bent verlost.

11. 1Er is een speciale boodschap voor vandaag die de macht heeft elke vorm van twijfel en angst voor altijd uit je denkgeest te bannen. 2Als je in de verleiding komt te geloven dat ze waar zijn, denk er dan aan dat uiterlijke verschijnselen niet bestand zijn tegen de waarheid die deze machtige woorden bevatten:

3Verlossing is mijn enige functie hier.
4God is immer Liefde, en dit is niet Zijn Wil.

12. 1Jouw enige functie zegt je dat jij één bent. 2Herinner jezelf hieraan tussen de momenten dat je vijf minuten besteedt om door te brengen met Hem, die Gods plan met jou deelt. 3Houd jezelf voor:

4Verlossing is mijn enige functie hier.

5Zo breng je je denkgeest vergeving en leg je alle angst zacht terzijde, opdat liefde haar rechtmatige plaats in jou kan innemen en jou kan laten zien dat jij de Zoon van God bent.