LES 140
Alleen van de verlossing kan worden gezegd dat ze geneest.
1. ‘Geneesmiddel’ is een woord dat niet toepasbaar is op enige remedie die de wereld als heilzaam aanvaardt. 2Wat de wereld als genezend beschouwt is slechts wat het lichaam ‘beter’ maakt. 3Wanneer ze de denkgeest tracht te genezen, ziet ze deze niet gescheiden van het lichaam waar ze denkt dat de denkgeest bestaat. 4Haar vormen van genezing vervangen dus onvermijdelijk de ene illusie door de andere. 5Het ene geloof in ziekte neemt een andere vorm aan en bijgevolg ziet de patiënt zichzelf nu als gezond.
2. Hij is niet genezen. 2Hij heeft alleen een droom gehad dat hij ziek was en in de droom vond hij een magische formule die hem beter maakte. 3Toch is hij niet uit de droom ontwaakt en dus blijft zijn denkgeest precies zoals hij voordien was. 4Hij heeft niet het licht gezien dat hem zou doen ontwaken en een eind zou maken aan de droom. 5Welk verschil maakt de inhoud van een droom in werkelijkheid? 6Of men slaapt, of men is wakker. 7Daartussen ligt niets.
3. De gelukkige dromen die de Heilige Geest brengt zijn anders dan het dromen van de wereld, waar iemand alleen maar dromen kan dat hij wakker is. 2De dromen die vergeving de denkgeest laat zien, brengen geen andere vorm van slaap teweeg, zodanig dat de dromer een andere droom droomt. 3Zijn gelukkige dromen zijn voorboden van het dagen van de waarheid in zijn denkgeest. 4Ze leiden van slaap naar zacht ontwaken, zodat dromen voorbij zijn. 5En zo genezen ze voor alle eeuwigheid.
4. De Verzoening geneest met zekerheid, en geneest elke ziekte. 2Want de denkgeest die begrijpt dat ziekte niets anders dan een droom kan zijn, wordt niet misleid door de vormen die de droom kan aannemen. 3Ziekte kan niet komen waar schuld afwezig is, want ze is slechts een andere vorm van schuld. 4De Verzoening maakt de zieke niet beter, want dat is geen genezing. 5Ze neemt de schuld weg die de ziekte mogelijk maakt. 6En dat is inderdaad genezing. 7Want nu is de ziekte weg, zonder dat er iets overblijft waarnaar ze terug kan keren.
5. Vrede zij met jou, jij die in God genezen bent, en niet in ijdele dromen. 2Want genezing komt nu eenmaal van heiligheid, en heiligheid kan niet worden aangetroffen waar zonde wordt gekoesterd. 3God woont in heilige tempels. 4Hij wordt buitengesloten waar zonde is binnengedrongen. 5Toch is er geen plaats waar Hij niet is. 6En daarom kan zonde geen verblijfplaats hebben waar ze zich voor Zijn weldadigheid verbergen kan. 7Er is geen plaats waar heiligheid niet is, en nergens kunnen zonde en ziekte verblijf houden.
6. Dit is de gedachte die geneest. 2Ze maakt geen onderscheid tussen onwerkelijkheden. 3Evenmin probeert ze te genezen wat niet ziek is, zonder acht te slaan op waar de behoefte aan genezing ligt. 4Dit is geen magie. 5Het is slechts een beroep op de waarheid, die niet nalaten kan te genezen en wel voor altijd. 6Het is geen gedachte die een illusie beoordeelt naar haar omvang, haar schijnbare ernst, of naar iets wat betrekking heeft op de vorm die ze aanneemt. 7Ze concentreert zich louter op wat ze is, en weet dat geen illusie werkelijkheid kan zijn.
7. Laten we vandaag niet proberen te genezen wat niet aan ziekte kan lijden. 2Genezing moet alleen daar worden gezocht waar ze is en dan toegepast worden op wat ziek is, zodat het kan worden genezen. 3Geen enkele remedie die de wereld verschaft kan in wat dan ook een verandering brengen. 4De denkgeest die illusies naar de waarheid brengt, is werkelijk veranderd. 5Er is geen andere verandering dan deze. 6Want hoe kan de ene illusie van de andere verschillen behalve in eigenschappen die geen substantie hebben, geen werkelijkheid, geen kern, en niets dat werkelijk verschillend is?
8. Vandaag proberen we ons denken te veranderen over wat de bron van ziekte is, want we zoeken een geneesmiddel voor alle illusies, niet een nieuwe verschuiving onder hen. 2We zullen vandaag proberen de bron van genezing te vinden, die zich in onze denkgeest bevindt omdat onze Vader die daar voor ons heeft geplaatst. 3Ze is niet verder van ons verwijderd dan wijzelf. 4Ze is ons even nabij als onze eigen gedachten, zo nabij dat ze onmogelijk te verliezen valt. 5We hoeven haar slechts te zoeken en ze zal zeker worden gevonden.
9. We zullen ons vandaag niet laten misleiden door wat zich aan ons voordoet als ziek. 2We gaan vandaag aan verschijningsvormen voorbij en bereiken de bron van genezing, waarvan niets uitgesloten is. 3We zullen slagen in de mate waarin we beseffen dat er nooit een zinvol onderscheid kan worden gemaakt tussen wat onwaar is en wat even onwaar is. 4Hier gelden geen gradaties en is geen sprake van de overtuiging dat wat niet bestaat méér waar is in sommige dan in andere vormen. 5Ze zijn allemaal onwaar, en kunnen genezen worden ómdat ze niet waar zijn.
10. Dus leggen we onze amuletten, onze bezweringen en medicijnen, onze toverzangen en stukjes magie terzijde, welke vorm ze ook aannemen. 2We zullen stil zijn en naar de Stem van genezing luisteren, die alle kwalen als eender zal genezen en de Zoon van God zijn innerlijke gezondheid terug zal geven. 3Geen stem dan deze kan genezen. 4Vandaag horen we één enkele Stem die tot ons over de waarheid spreekt, waar alle illusies eindigen en vrede terugkeert naar de eeuwige, stille woning van God.
11. We horen Hem bij het ontwaken, en laten Hem vijf minuten tot ons spreken bij het begin van de dag, en eindigen de dag met opnieuw vijf minuten te luisteren voor we slapen gaan. 2Onze enige voorbereiding bestaat hierin dat we onze storende gedachten opzij laten zetten, niet één voor één, maar allemaal ineens. 3Ze zijn hetzelfde. 4We hoeven ze niet verschillend te maken en zo het moment uit te stellen waarop we onze Vader tot ons kunnen horen spreken. 5We horen Hem nu. 6We komen vandaag tot Hem.
12. Met niets in onze handen waar we ons aan vastklampen, met verheven hart en een luisterende denkgeest bidden we:
2Alleen van de verlossing kan worden gezegd dat ze geneest.
3Spreek tot ons, Vader, opdat wij mogen worden genezen.
4En we zullen voelen hoe verlossing ons in zachte bescherming hult, en in zo’n diepe vrede dat geen enkele illusie onze denkgeest kan verstoren, noch ons het bewijs kan leveren dat ze werkelijk is. 5Dit zullen we vandaag leren. 6En we zullen elk uur ons gebed om genezing zeggen, en er een minuut voor nemen als het uur slaat, om te horen hoe ons het antwoord op ons gebed gegeven wordt, terwijl we daar in stilte en vreugde aandachtig naar luisteren. 7Dit is de dag waarop genezing tot ons komt. 8Dit is de dag waarop afscheiding eindigt, en we ons herinneren Wie wij werkelijk zijn.