LES 228
God heeft mij niet veroordeeld. Ik doe dat evenmin.
1. Mijn Vader kent mijn heiligheid. 2Zal ik Zijn kennis ontkennen, en geloven in wat Zijn kennis onmogelijk maakt? 3Zal ik voor waar aannemen wat Hij onwaar verklaart? 4Of zal ik Zijn Woord accepteren over wat ik ben, aangezien Hij mijn Schepper is en Degene die de ware hoedanigheid kent van Zijn Zoon?
2. Vader, ik heb me in mezelf vergist, omdat ik niet besefte uit welke Bron ik voortgekomen ben. 2Ik heb die Bron niet verlaten om in een lichaam in te gaan en te sterven. 3Mijn heiligheid blijft deel van mij, zoals ik deel ben van U. 4En mijn misvattingen omtrent mijzelf zijn dromen. 5Ik laat ze vandaag varen. 6En ik sta klaar om alleen Uw Woord te aanvaarden over wat ik werkelijk ben.