1. 1Het idee voor vandaag stelt eenvoudig een feit vast. 2Het is geen feit voor wie in illusies gelooft, maar illusies zijn geen feiten. 3In waarheid valt er niets te vrezen. 4Dit is heel makkelijk in te zien. 5Maar het is heel moeilijk in te zien voor wie wil dat illusies waar zijn.

2. 1De oefenperioden vandaag zullen heel kort, heel eenvoudig en heel frequent zijn. 2Herhaal het idee gewoon zo vaak mogelijk. 3Je kunt het met open ogen op elk moment en in elke situatie gebruiken. 4Het valt echter sterk aan te raden dat je, als het even kan, er een minuut of zo voor neemt om je ogen te sluiten en het idee verscheidene malen langzaam voor jezelf te herhalen. 5Het is buitengewoon belangrijk dat je het idee onmiddellijk aanwendt, mocht iets je innerlijke vrede verstoren.

3. 1De aanwezigheid van angst is een onmiskenbaar teken dat jij op je eigen kracht aan het vertrouwen bent. 2Het besef dat er niets te vrezen valt, toont dat jij je ergens in je denkgeest, hoewel niet per se op een plaats die je nu al herkent, God herinnerd hebt en Zijn kracht de plaats van jouw zwakheid hebt laten innemen. 3Zodra je hiertoe bereid bent, valt er inderdaad niets te vrezen.