LES 5
Ik voel nooit onvrede om de reden die ik denk.
1. Dit idee kan, evenals het voorgaande, gebruikt worden bij elke persoon, situatie of gebeurtenis waarvan jij denkt dat die jou pijn bezorgt. 2Pas het uitdrukkelijk toe op alles waarvan jij gelooft dat het de oorzaak van je onvrede is, en gebruik daarbij de omschrijving van het gevoel in een bewoording die je juist lijkt. 3De onvrede kan zich voordoen als angst, bezorgdheid, depressiviteit, verontrusting, kwaadheid, haat, jaloezie en nog talloze andere vormen, die je allemaal als verschillend zult waarnemen. 4Dit is niet waar. 5Maar tot je geleerd hebt dat de vorm er niet toe doet, is elke vorm geschikt als onderwerp van de oefeningen van de dag. 6Hetzelfde idee op elke vorm afzonderlijk toepassen is de eerste stap naar de uiteindelijke erkenning dat ze allemaal hetzelfde zijn.
2. Wanneer je het idee van vandaag gebruikt bij een specifieke vermeende oorzaak van enigerlei vorm van onvrede, hanteer dan zowel de naam van de vorm waarin je die onvrede ziet, als de oorzaak die je daaraan toeschrijft. 2Bijvoorbeeld:
3Ik voel me niet kwaad op _____ om de reden die ik denk.
4Ik voel me niet bang voor ______ om de reden die ik denk.
3. Maar nogmaals, dit moet niet in de plaats komen van oefenperioden waarin je eerst je denkgeest onderzoekt op ‘oorzaken’ van onvrede waarin je gelooft, en vormen van onvrede die, naar jij meent, daaruit voortvloeien.
4. Je zult het bij deze oefeningen, meer nog dan bij de vorige, misschien moeilijk vinden om willekeurig te zijn en te vermijden dat je sommige onderwerpen zwaarder laat wegen dan andere. 2Het kan helpen de oefeningen te laten voorafgaan door de volgende stelling:
3Er zijn geen kleine vormen van onvrede.4Ze verstoren mijn innerlijke vrede allemaal evenzeer.
5. Onderzoek dan je denkgeest op alles wat jou verstoort, ongeacht de mate waarin jij denkt dat het dit doet.
6. Misschien merk je ook dat je minder bereid bent het idee van vandaag toe te passen op sommige vermeende bronnen van onvrede dan op andere. 2Als dit gebeurt, denk dan eerst hieraan:
3Ik kan niet aan deze vorm van onvrede vasthouden en alle andere loslaten. 4Voor het doel van deze oefeningen beschouw ik ze daarom allemaal als gelijk.
7. Onderzoek dan, niet langer dan ongeveer een minuut, je denkgeest en probeer een aantal verschillende vormen te achterhalen van dingen die jouw vrede verstoren, ongeacht het relatieve belang dat jij misschien aan ze hecht. 2Pas het idee van vandaag op elk ervan toe, waarbij je zowel de naam noemt van de bron van de onvrede, zoals jij die ziet, als van het gevoel, zoals jij dat ervaart. 3Andere voorbeelden zijn:
4Ik voel me niet bezorgd over ______ om de reden die ik denk.
5Ik voel me niet neerslachtig over ______ om de reden die ik denk.
6Drie of vier keer in de loop van de dag is genoeg.