HERHALING II
Inleiding
1. We zijn nu klaar voor een nieuwe herhaling. 2We gaan verder waar we met onze vorige herhaling gebleven waren en behandelen elke dag twee ideeën. 3Het eerste deel van elke dag wordt aan het ene, het laatste deel van de dag aan het andere idee gewijd. 4We zullen één langere oefenperiode houden, en veelvuldige korte waarin we beide oefenen.
2. De langere oefenperioden volgen deze algemene vorm: trek voor elk ongeveer een kwartier uit en begin de ideeën voor die dag en de aanwijzingen die in de toelichting zijn opgenomen te overdenken. 2Besteed er zo’n drie tot vier minuten aan om ze langzaam door te lezen, verscheidene keren zo je wilt, en sluit dan je ogen en luister.
3. Herhaal de eerste fase van de oefenperiode als je merkt dat je denkgeest afdwaalt, maar probeer het grootste deel van de tijd rustig maar aandachtig te luisteren. 2Er wacht jou een boodschap. 3Vertrouw erop dat je die zult ontvangen. 4Onthoud dat die jou toebehoort en dat jij die wilt.
4. Houd aan je voornemen vast wanneer afleidende gedachten opdoemen. 2Besef dat deze gedachten, welke vorm ze ook aannemen, geen betekenis hebben en geen macht. 3Stel daarvoor in de plaats je vastbeslotenheid te slagen. 4Vergeet niet dat jouw wil over alle fantasieën en dromen macht heeft. 5Vertrouw erop dat die je er doorheen zal helpen en jou boven dit alles uittillen zal.
5. Beschouw deze oefenperioden als een toewijding aan de weg, de waarheid en het leven. 2Weiger op het zijspoor van omwegen, illusies en doodsgedachten te worden gebracht. 3Jij bent aan verlossing toegewijd. 4Wees iedere dag vastbesloten je functie niet onvervuld te laten.
6. Bevestig bovendien in de korte oefenperioden je vastbeslotenheid opnieuw, waarbij je de oorspronkelijke vorm van het idee gebruikt voor algemene toepassingen, en – waar nodig – meer concrete vormen. 2Enkele concrete vormen zijn opgenomen in de toelichting die op de formulering van de ideeën volgt. 3Dit zijn echter niet meer dan suggesties. 4De precieze woorden die je gebruikt doen er niet toe.