LES 260
Laat ik me herinneren dat God mij geschapen heeft.
1. Vader, ik heb mezelf niet gemaakt, hoewel ik in mijn waanzin dacht van wel. 2Maar, als Uw Gedachte, heb ik mijn Bron niet verlaten en ben ik altijd deel gebleven van Wie mij geschapen heeft. 3Uw Zoon, mijn Vader, roept U vandaag aan. 4Laat me mij herinneren dat U mij geschapen hebt. 5Laat me mij mijn Identiteit herinneren. 6En laat mijn zondeloosheid weer oprijzen voor de visie van Christus, waarmee ik vandaag wil kijken naar mijn broeders en mijzelf.
2. Nu herinneren we ons onze Bron en daarin vinden we eindelijk onze ware Identiteit. 2Wij zijn waarlijk heilig, want onze Bron kan van geen zonde weten. 3En wij die Zijn Zonen zijn, zijn elkaars evenbeeld en de gelijkenis van Hem.